Joost
Ik zat met Joost in de kleuterklas
Toen al wist ik dat ie anders was
Hij ruilde zijn stoere autobus
Tegen de poppen en de make-up van m’n zus
Want Joost is anders geaard
Joost is anders geaard
Lekker zichzelf, dat is zeker wat waard
Maar Joost is anders geaard
En toen we veertien waren kwam het echte werk
De meisjes en de jongens spraken af achter de kerk
Ik zoende er met Karin, met Kristel en met Claire
En Joost las met Ida in de Flair
Want Joost is anders geaard
Joost is anders geaard
Lekker zichzelf, dat is zeker wat waard
Maar Joost is anders geaard
We werden ouder en volwassen en bovendien
Had ik Joost zelf al in geen jaren meer gezien
Toen las ik op een dag tot m’n verbazing in de krant
Dat Joost was betrokken bij een brand
De oorzaak was de bliksem en de storm
De omvang van de schade was enorm
Het was een wonder, zo stond er genoteerd
Iedereen was geëlektrocuteerd
Behalve Joost, behalve Joost, behalve Joost!
Want Joost is anders geaard
Joost is anders geaard
Hij is lekker zichzelf, dat is zeker wat waard
Maar Joost is anders geaard,
Joost is anders geaard
Joost is anders geaard
Hij is lekker zichzelf, dat is zeker wat waard
Maar Joost is anders, Joost is anders, Joost is anders geaard