Jucheidi
De student is vrolijk man,
Jucheidi, jucheida.
Zingt en drinkt zoveel hij kan,
Jucheidi, Heida.
Springt en lacht maar altijd voort
en kent nergens droevig oord.
Jucheidi, heidi, heida, jucheidi, jucheida,
jucheidi, heidi, heida, jucheidi, heida!
Komt hij ene herberg in,
Jucheidi, Jucheida.
Hij drinkt immer blij van zin.
Jucheidi, Heida.
En is 't met het geld gedaan,
Nog blijft zijne pret bestaan.
Jucheidi, heidi, heida, jucheidi, jucheida,
jucheidi, heidi, heida, jucheidi, heida!
Daarom zingt hij op de straat,
Jucheidi, Jucheida.
Blijde zangen vroeg en laat.
Jucheidi, Heida.
Minnend elke schone maagd,
Die hem naar zijn hartje zaagt.
Jucheidi, jucheida, Jucheidi, jucheida,
Jucheidi, jucheida, Jucheidi Heida!
En zo leeft hij vrolijk voort.
Jucheidi, Jucheida.
In het schoon studentenoord.
Jucheidi, Heida.
Tussen boek en pijp en pint,
Waar elk meisje hem bemint.
Jucheidi, heidi, heida, jucheidi, jucheida,
jucheidi, heidi, heida, jucheidi, heida!